Nawoord
|
Door zijn Werkelijke Tegenwoordigheid in de Eucharistie vervulde Christus zijn belofte bij ons te zijn “alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mat. 28,20). Zoals de H. Thomas van Aquino schreef “het is volgens de wet der vriendschap dat vrienden samen zouden leven…..Christus heeft ons niet achtergelaten zonder zijn lichamelijke Tegenwoordigheid op onze pelgrimstocht, maar Hij verbindt ons aan Hem in dit sacrament in de Werkelijkheid van zijn Lichaam en Bloed” (Summa Theologiae, III q. 75, a. 1). Met deze gave van Christus’ tegenwoordigheid in ons midden is de Kerk écht gezegend. Zoals Jezus aan zijn leerlingen vertelde, verwijzend naar zijn aanwezigheid bij hen, “Voorwaar, Ik zeg u: vele profeten en rechtvaardigen hebben verlangd te zien wat gij ziet, maar zij hebben het niet gezien; en te horen wat gij hoort, maar zij hebben het niet gehoord” (Mat. 13,17). In de Eucharistie ontvangt de Kerk de gaven van Jezus Christus en brengt dank aan God voor zo’n zegen. Deze dankzegging is het enige juiste antwoord want door zijn zelfgave in de viering van de Eucharistie geeft Christus onder de gedaanten van brood en wijn ons de gave van het eeuwige leven.
|