Op de avond voor Hij stierf aan het Kruis, deelde
de Heer Jezus zijn Laatste Avondmaal met zijn leerlingen. Tijdens deze
maaltijd stelde onze Verlosser het sacrament van zijn Lichaam en Bloed
in. Hij deed dit om het offer van het Kruis door de eeuwen heen te laten
voortduren en zijn Bruid, de Kerk, een gedachtenis aan zijn dood en
verrijzenis toe te vertrouwen. Zoals het Evangelie van Matteüs ons
vertelt:
“Onder de maaltijd nam Jezus brood,
sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de
woorden: ‘Neemt, eet,: dit is mijn Lichaam.’
Daarna nam Hij de beker, en na het spreken van het dankgebed reikte
Hij hun die toe met de woorden: ‘Drinkt allen hieruit. Want dit is
mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen vergoten wordt tot
vergeving van hun zonden.’”
(Mt. 26,26-28; zie ook Mc. 14,22-24, Lc. 22, 17-20, I Kor. 11,23-25).
Deze woorden van Jezus in herinnering roepend
belijdt de Katholieke Kerk dat in de viering van de Eucharistie, brood
en wijn het Lichaam en Bloed van Jezus Christus worden door de kracht
van de Heilige Geest en de medewerking van de priester.
Jezus zei: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is
neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.
Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der
wereld........Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte
drank” (Joh. 6,51-55). De gehele Christus is waarlijk
tegenwoordig, lichaam, bloed, ziel en godheid, onder de gedaanten van
brood en wijn – de verheerlijkte Christus die verrees uit de doden na
voor onze zonden gestorven te zijn. Dit is wat de Kerk bedoelt wanneer
zij spreekt over de “Werkelijke Tegenwoordigheid” van Christus in de
Eucharistie. Deze tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie wordt
“werkelijk” genoemd, maar niet om andere vormen van zijn
tegenwoordigheid uit te sluiten, alsof deze niet als ‘werkelijk’
begrepen kunnen worden (zie Katechismus van de Katholieke Kerk,
nr. 1374). De verrezen Christus is op vele manieren tegenwoordig in de
Kerk, maar bij uitnemendheid in het sacrament van zijn Lichaam en Bloed.
Wat betekent het dat Jezus Christus tegenwoordig is
in de Eucharistie onder de gedaanten van brood en wijn? Hoe gebeurt dit?
De tegenwoordigheid van de verrezen Christus in de Eucharistie is een
onuitputtelijk mysterie dat de Kerk nooit volledig in woorden kan
uitleggen. We moeten ons bedenken dat de Drie-ene God de Schepper is van
al wat bestaat en dat Hij de macht heeft meer te doen dan wij ons ook
maar kunnen voorstellen. Zoals H. Ambrosius zei: “Als het woord van de
Heer Jezus zo machtig is dat Hij dingen tot leven kan brengen, wat kan
Hij dan met te meer reden dingen die reeds bestaan doen veranderen in
iets anders” (De Sacramentis, IV,5-16). God schiep de wereld om
zijn leven te delen met personen die niet God zijn. Dit grote heilsplan
toont een wijsheid dat ons verstand te boven gaat. Maar wij zijn niet in
onwetendheid achtergelaten: want uit liefde voor ons heeft God zijn
waarheid aan ons geopenbaard op een wijze die we kunnen begrijpen door
de gave van geloof en de genade van de Heilige Geest die in ons woont.
Zo zijn wij in staat om tenminste in enig mate te begrijpen wat anders
onbekend was gebleven voor ons, hoewel we nooit totaal het mysterie van
God kunnen bevatten.
Als opvolgers van de apostelen en leraren van de
Kerk, hebben de bisschoppen de plicht aan ons door te geven wat God
heeft geopenbaard en om alle leden van de Kerk te bemoedigen hun begrip
van het mysterie en de gave van de Eucharistie te verdiepen. Om zo’n
verdieping van het geloof te bevorderen is deze tekst ter beschikking
gekomen om de meest fundamentele (15) vragen te beantwoorden die
gewoonlijk naar voren komen met betrekking tot de Werkelijke
Tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie. Wij realiseren ons dat
enkele van deze vragen behoorlijk complexe theologische ideeën
inhouden. Toch hopen wij dat studie van en discussie over deze tekst
vele Katholieke gelovigen zal helpen hun begrip van het mysterie van het
geloof te verrijken.
|